Over-gevoelige waarneming

Help ik sta zo aan!

Veel mensen zijn zich niet bewust van hun gevoelige waarneming, maar kunnen bijvoorbeeld wel duiden: ‘Ik sta voortdurend aan’ of ‘Ik heb ’s nachts spierspanning’ of ‘Ik klem mijn kaken’, ‘Ik heb spanning in mijn rug’, of ‘Mijn benen voelen strak’ et cetera. Om een (onbewuste) gevoelige waarneming te kunnen leren inzetten als een bewuste tool, is enig begrip van interoceptie en proprioceptie fundamenteel en handig.

Prikkels
Alle vormen van bewuste en onbewuste informatie die binnenkomen, worden prikkels genoemd. Externe prikkels komen binnen via de zintuigen: ogen, oren, neus, smaak en huid. Interne prikkels zijn gedachten, gevoelens en emoties. Hersenen filteren alle prikkels: dingen die belangrijk zijn, worden bewust waargenomen. Minder belangrijke zaken worden niet of nauwelijks waargenomen of verdwijnen naar de achtergrond. Als je prikkels minder goed kunt selecteren of prikkels worden langzamer dan gebruikelijk verwerkt, dan raken de hersenen overprikkeld: alles komt tegelijkertijd of even sterk binnen. Hierdoor raakt het stress-regulatie-systeem (lees:  autonoom zenuwstelsel, hormoonsysteem en immuunsysteem) overbelast en kun je moeilijker nieuwe informatie opnemen of verwerken. Vermoeidheid versterkt overprikkelingsklachten, waardoor een vicieuze cirkel kan ontstaan. Het lichaam produceert dan voortdurend stresshormonen. Meerdere hersengebieden zijn betrokken bij overprikkeling, stress en prikkelgevoeligheid, en ook bij herstel, waaronder de hersenstam en de prefrontale cortex.

 

De hersenstam

Voor alles waar je als baby toe in staat was, is de hersenstam verantwoordelijk: ademen, drinken, bewegen, slapen, wakker worden, huilen, temperatuur, pijn en aanraking ervaren, honger en natheid voelen, en gifstoffen uit het lichaam afvoeren, zoals urine en ontlasting. Deze levensondersteunende functies zijn zeer gevoelig voor dreigend gevaar en hebben als functie het actief maken van het brein om te overleven. We ervaren het ‘opwinden’ van het brein als alert en scherp zijn. 

 

Dit ‘bij de les zijn’ noemen we aroused. Zintuigelijke stimuli dragen bij aan het verhogen of verlagen van arousal. 

 

De hersenstam regelt samen met de hypothalamus (het schakelcentrum van ons autonoom zenuwstelsel en ons endocriene systeem) het energiepeil in ons lichaam. Zij coördineren de werking van longen, hart, homeostase en immuunsysteem. Dit zijn zulke fundamentele verrichtingen dat hun belang gemakkelijk en vaak over het hoofd wordt gezien, wanneer we ons bezig houden met de complexiteit van de geest en ons gedrag. Als echter je darmen niet goed werken, of als je steeds trek hebt, als je de neiging hebt om steeds te verstarren bij elke aanraking of geluid, zoals vaak het geval is bij (over)gevoelige personen, dan raakt je volledige organisme compleet uit evenwicht.

 

 

De prefrontale cortex 
Het voorste deel van je hersenschors is de prefrontale cortex. Deze zit vlak achter je ogen: de functie van de prefrontale cortex is remming, vooral van de amygdala met haar (angst) emoties en van impulsen. Deze topmanager-van-het-brein vormt het centrum van ons zelfbewustzijn en interoceptie: onze ingebouwde vaardigheden om ons in evenwicht te houden.

 

 

Zelfbewustzijn 

Dit is de beleving van de eigen identiteit, van wie wij zijn (vanuit wat we hebben meegemaakt aan gebeurtenissen) en onze gevoelens, gedachten en gedrag. Zelfbewustzijn is zowel het besef van je eigen bestaan, alsook de beleving van wat er in je eigen geest en je eigen lichaam omgaat. Met onze zintuigen gezichtsvermogen, gehoor, reukzin, smaakzin en via de huid kunnen we bewuste waarnemingen doen. Zelfbewustzijn is de voorwaarde voor het creëren van een innerlijke heelheid.

 

Interoceptie 

Is het Latijnse woord voor ‘naar binnen kijken’. Interoceptie is ons zintuiglijk vermogen om prikkels van binnenuit ons eigen lichaam waar te nemen. Interoceptie is levensvoorwaardelijk: de hoofdfunctie is het terugkeren naar de homeostatische toestand, ofwel een dynamisch evenwicht. Hierbij gaat het om het waarnemen van overschotten en tekorten in het lichaam, ten aanzien van ademdrang, honger en dorst, ontlasten. Dit zintuig is hiervoor verdeeld over diverse ingewanden, welke worden geprikkeld door gewaarworden dat een stof uitgestoten of aangevuld dient te worden. Blaas VOL betekent dat je NU moet plassen, endeldarm VOL betekent NU poepen, dorst betekent NU drinken en honger betekent NU eten om de bloedsuikerspiegel te herstellen. Zo’n signaal kan je doorgaans niet zomaar negeren of uitzetten, want dat zou immers voor je lichaam ongezond of gevaarlijk kunnen zijn. Interoceptie is hiermee een essentieel element ten gunste van lichaamsbewustzijn en het herstel van een dynamisch evenwicht. Als jouw interoceptie echter hypergevoelig is en jij bijvoorbeeld een drukverandering in je blaas makkelijk registreert en je steeds het signaal krijgt dat je NU moet plassen, dan kan het nogal lastig zijn als je bijvoorbeeld onderweg bent in de auto en niet naar de wc kan terwijl je wel nodig moet. Sterker nog, het is haast onmogelijk om dan nog met je aandacht ergens anders te zijn dan bij die volle blaas. Bij (over)gevoelige personen registreert dit zintuig allerlei (andere) lichamelijke signalen extra vaak en extra snel. Deze hoeveelheid interoceptieve signalen kan dan ‘in de weg’ zitten, want dit zintuig registreert hoe het lichamelijk gezien met je gaat en heeft daardoor hoge prioriteit. Je lijf -inclusief benodigde spieren voor inlaat en uitlaat- staat dan extra scherp afgesteld en vraagt daarmee voortdurend om extra regulatie in het NU. Dit kan tot uitdrukking komen in allerlei somatische klachten, waaronder chronische spierspanning, hoge adem, pijn, vermoeidheid, stressklachten en lage energiehuishouding.

 

 

Uit je hoofd, in je lijf
Proprioceptie is je zintuiglijk vermogen om de positie van het eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen: je positiezin. Dit is van belang voor de balans en de motoriek van het lichaam. Proprioceptie gebeurt veelal onbewust: het regelt door middel van spierreflexen de kracht en druk van het lichaam. Het bewuste element van proprioceptie is de mate van een aanwezig lichaamsbewustzijn(!), wat echter opvallend genoeg bij veel (over)gevoelige mensen bijzonder laag kan zijn, omdat lijfgevoel juist zo bedreigend of verwarrend kan zijn. Proprioceptie is – net als interoceptie- een veelal onbekend zintuig. Het woord proprioceptie komt van de Latijnse woorden proprius (eigen) en perceptie (waarneming). Proprioceptieve waarneming verschaft jou informatie over je eigen lichaam, zoals de stand, beweging en spierspanning van de ledematen, gewrichten en pezen, het gevoel van ‘zwaarte’ in sommige lichaamsdelen, en vermoeidheid of alertheid van de spieren. Chronisch te strakke stressspieren (en verstoringen in bindweefsel, zoals bij littekens) hebben vaak meer impact op gezondheid, energiehuishouding, vitaliteit en welzijn dan gedácht, maar vaak al wel gevóeld in bijvoorbeeld de chronische pijn-, stijfheid- en vermoeidheidssignalen, in de ‘Help-ik-sta-zo-aan-signalen’. Bewuste proprioceptieve waarneming is daarom een wezenlijke tool bij de opbouw van het lichaamsbesef, relaxatie, energiemanagement en regulatie van het autonome zenuwstelsel. Want proprioceptieve input, zoals ritmisch bewegen -denk bijvoorbeeld aan het zachtjes wiegen (als) van een baby, wandelen, bouncen, schaatsen of een ritmische ademhaling et cetera, kan namelijk zeer kalmerend zijn voor diegenen die gemakkelijk worden overweldigd door zintuiglijke prikkels of interne prikkels. En aritmisch bewegen -zoals bijvoorbeeld door opruimen of klussen in huis en (moes)tuin, kokkerellen, squashen, et cetera- kan juist stimulerend of activerend zijn voor diegenen die behoefte hebben aan extra prikkels om de aandacht of alertheid te verbeteren.

 

 

Balans in beweging
Ritmisch of juist aritmisch bewegen kan dus uiterst effectief helpen bij het regelen van de reacties op prikkels: het inschakelen van je houding en spiergevoel kan namelijk, in het NU, per direct de benodigde kalmte of activatie effectief ondersteunen. Inzicht in je eigen interoceptie (zintuigelijk vermogen om prikkels van binnenuit eigen lichaam waar te nemen) én in je eigen proprioceptie (zintuigelijk vermogen om positie van lichaam waar te nemen en daardoor prikkels te kunnen reguleren) kan dus cruciaal zijn bij zelfversterking en zelfregulatie. Voorbeeld: door oefenen kan je bijvoorbeeld over jezelf leren dat ’s nachts een beetje veranderdruk in de blaas niet altijd hoeft te betekenen dat je meteen naar het toilet hoeft. Zo kun je ook met andere -meer complexe- prikkels oefenen. Op deze manier kan een (over)gevoelige waarneming dan een soort van voordeel worden, in dat wat er is in de voortdurend veranderende omstandigheden. Omdat je je positiezin hierbij in kan leren zetten om jezelf wat te kalmeren of te activeren, ofwel: jezelf reguleren en bijsturen vanuit lijf waar nodig.